Mijn leventje in Medellin, Colombia

dinsdag 22 mei 2007

Cultuurresistent

Straatverkopers doen momenteel goede zaken met de verkoop van paraplu’s, want het is winter volgens de mensen. Elke dag is het ongeveer 27 graden en de regenperiode werkt verfrissend. Winter of niet, ik stap elke morgen in korte broek en t-shirt in de metro of bus naar een van de hogares. De vriendelijkheid van de mensen is aanstekelijk, wanneer je iets vraagt lijkt iedereen je te willen helpen. Soms brengen ze je persoonlijk naar de plek waar ik naartoe wil en ontstaat er altijd een leuk gesprek. In het begin dacht ik nog dat ze iets van me wilden, maar nu weet ik dat ze graag de tijd nemen om je te helpen. Vandaag ga ik met de bus en zoals overal in de stad klinkt ook hier de salsa, merengue, reggaeton of vallenatos uit de speakers en soms zingen de mensen mee. Het is gebruikelijk om elkaar uitgebreid te begroeten. Bij aankomst in Acogida is het
eerst zoenen en handen schudden met alle collega’s en de kinderen vliegen je om de hals alvorens ik kan beginnen met werken.
Tijdens mijn werk in het project Club Deportivo Hogares Claret wordt mijn geduld regelmatig op de proef gesteld, het is niet altijd even gemakkelijk afspraken maken met de mensen hier. Als ik met iemand afspreek is het afwachten wanneer diegene komt opdagen. Gemaakte afspraken worden regelmatig niet nagekomen en zijn er achteraf altijd smoesjes. En als een gemaakte afspraak ten aanzien van het transport niet wordt nagekomen, moet ik hals over kop vervangend transport regelen wat niet altijd even gemakkelijk is.
Er is in Colombia ook veel meer sprake van een hiërarchie. Wanneer de directeur of chef iets zegt moet dat zonder tegenspraak gebeuren. Als een directeur het busje nodig heeft en een uur voor de training belt, krijg ik van de ‘chef transport’ te horen dat het busje bezet is. Een directeur staat nu eenmaal hoger in rang dan een vrijwilliger, afspraak of niet. Soms is mijn geduld op en trek ik de stoute schoenen aan door met de directeuren en zelfs de president van Hogares Claret te praten. Ik merk dat mijn werk steeds meer gewaardeerd wordt, ze zien het belang ervan in en zo profiteer ik van het feit dat ik binnen deze hiërarchie stijg. Op die manier krijg ik langzamerhand voor elkaar wat ik voor ogen heb.
Binnen Club Deportivo Hogares Claret heb ik duidelijke ideeën hoe het eruit moet gaan zien in de toekomst. Ten aanzien van dit project word ik gezien als de ‘directeur’ en moet ik ervoor oppassen dat mijn collega’s niet het werk doen omdat ik het zeg. Ik wil dat zij meedenken en meebeslissen, al is het alleen al omdat zij het in de toekomst zonder mij moeten doen. Maar ook omdat ik met deze traditie wil breken.
Het zijn cultuurverschillen en inmiddels ben ik ‘cultuurresistent’ en geniet enorm van mijn leven in dit schitterende land. Voor de ‘verloren tijd’ heb ik bijvoorbeeld altijd iets bij me om te doen, al is het de krant om rustig te lezen. Na een werkdag kom ik voldaan thuis en zet het salsanummer ‘Tu amor me haces bien’ van Marc Anthony op. In de bus houd ik me nog in, nu zing ik wel luidkeels mee…