Mijn leventje in Medellin, Colombia

woensdag 15 april 2009

Geweld in Medellín

Elke maandagochtend haal ik enkele kinderen op om samen naar het trainingsveld te lopen. Deze keer was het anders, onderweg werd ik tot tweemaal toe gevraagd mijn trainingsmateriaal te tonen. Er was een bijeenkomst om een strategie te ontwikkelen het geweld in Medellín te verminderen en er waren erg veel militairen om deze bijeenkomst te beveiligen.

Sinds enkele maanden is het geweld in de stad van de eeuwige lente enorm toegenomen en worden dagelijks tegen de 10 mensen vermoord.

De moorden zijn volgens de autoriteiten voornamelijk het gevolg van een machtsstrijd binnen ‘La Oficina de Envigado’. Fracties binnen deze maffiabende zouden met elkaar in conflict zijn geraakt over de opvolging van hun gearresteerde leider Fabio Gómez, alias ‘riñón’(nier). Hij werd begin deze maand opgepakt in de noordelijke havenstad Barranquilla.

Daarnaast gaan sinds eind vorige maand geruchten dat twee hoge Oficina-leiders zich zouden willen overgeven aan de Amerikaanse antinarcoticabrigade DEA. In ruil voor strafvermindering zouden zij de Amerikanen informatie willen geven over de criminele activiteiten van hun kompanen. Die zouden dit nu met alle geweld proberen te voorkomen.

La Oficina werd in de jaren tachtig opgericht als doodseskader in dienst van Pablo Escobar, de leider van het destijds zeer machtige Medellín-kartel. Na de dood van Escobar, in 1993, breidden de huurmoordenaars hun activiteiten uit naar de drugshandel en afpersing van de lokale middenstand en buspassagiers. Inmiddels is het een van de meest gevreesde criminele organisaties van het land.

Onlangs heeft de president circa 500 militairen naar Medellín gestuurd in reactie op de recente golf aan criminele moorden. Er zullen later dit jaar nog zo’n 1000 militairen worden toegevoegd.

Adriana en ik wonen in Itaguï, een gemeente liggend tegen Medellín, waar het geweld ook is toegenomen. Enkele maanden geleden kregen we een briefje onder de deur geschoven (de mensen hebben hier geen brievenbussen omdat er vrijwel geen post is) met daarin vermeld dat het wordt aangeraden je niet na 10 uur ’s avonds op straat te begeven. Verder is er een wet ingevoerd waarin er niet twee mannen op één motor mogen zitten, dit omdat het een veelgebruikte manier is van de huurmoordenaars om iemand te vermoorden.

Met name deze buurt heeft last van para-militairen, een groepering die ooit in het leven is geroepen door de overheid als een soort legale moordenaars van criminelen. In het begin werkte het goed, maar uiteindelijk is het volledig uit de hand gelopen en heeft het niets meer met de overheid te maken. Ze worden gefinancierd door drugsgeld, liquidaties en ontvoeringen. Er zijn behoorlijk wat mensen vermoord onder het mom van de ‘veiligheid’ in de buurt.

Adriana en ik merken er weinig van, al merk ik dat Adriana zich zorgen maakt. Ze komt dagelijks met verhalen thuis die op haar werk en op de universiteit de ronde gaan over het huidige geweld.

Hopelijk werpt het (harde) beleid van de overheid zijn vruchten af en zal uiteindelijk het geweld afnemen. Iets wat alle Colombianen verdienen...