Het verhaal van Sandra...
Vanaf het begin dat de voetbaltrainingen begonnen in augustus 2006 met centro Acogida, een opvangtehuis van de stichting Hogares Claret voor straatkinderen in Medellín, was er een meisje nadrukkelijk aanwezig. Grote mond, maar naar later zou blijken een klein hartje. Ze is er altijd bij, want ze is gek op voetbal en daarnaast ook nog getalenteerd.
Sandra Milena Muñoz is inmiddels 18 jaar en het gaat op het moment erg goed met haar en dat terwijl ze al heel veel heeft meegemaakt.
'Ik kom uit het dorp Carmen de Viboral, op zo’n 1,5 uur rijden van Medellín, maar op mijn tiende ben ik het huis uitgevlucht. Mijn broer was net vermoord vanwege een wraakactie op mijn oom en tante. Zij handelden in drugs en konden hun schulden niet afbetalen, waarop ze naar Medellìn vluchtten. De moordernaars van mijn broer bedreigden ons en ik was bang dat ze mij hetzelfde zouden aandoen. Hierop ben ik in mijn eentje naar Medellín gegaan.’
Daar heeft ze bij dezelfde oom en tante onderdak gezocht, maar al snel bleek dat ze haar laboraal wilden exploteren. Ze moest als straatverkoopster werken en uiteindelijk begonnen ze haar ook fysiek en verbaal te mishandelen.
‘Op dat moment was ik bang om op straat te leven, maar toen ik een keer ’s morgens het vuilnis moest buitenzetten ben ik er hardlopend vandoor gegaan.’
Op straat werd ze na enkele dagen door de kinderpolitie meegenomen naar een noodopvang, waar ze slechts drie weken verbleef.
‘Ik voelde me daar opgesloten en doordat ik ook al wat vrienden op straat had leren kennen ben ik weer gevlucht en heb ze opgezocht.’
Bij haar ‘vrienden’ leerde ze drugs gebruiken. Eerst was het ‘sacol’ (lijmsnuiven), maar ook heeft ze veel marihuana gerookt, pillen geslikt en ‘perico’ (een zeer gevaarlijk afvalproduct van cocaïne) gebruikt. Een periode van vier tot vijf jaar heeft ze gezworven van de ene plek naar de andere. Soms sliep ze op straat, soms in een hotel en soms in het opvangcentrum ‘Acogida’.
‘Met vrienden gingen we vaak stelen. Zij hielden een mes tegen de keel en ik ontdeed ze van hun portemonnee, horloge en andere waardevolle spullen. Hiervan konden we het hotel en de drugs betalen.’
Haar beste vriend, Juan Carlos Feria, en zij beleefden een beangstigend moment toen ze samen in een hotelkamer drugs gebruikten.
‘Op een moment begon Juan Carlos te trillen en kwam er bloed uit zijn neus. Hij huilde erg veel en later realiseerden we ons dat hij bijna een overdosis had genomen. De volgende dag hadden we afgesproken ons aan te melden bij Acogida en geen drugs meer te gebruiken. De eerste twee maanden was het heel erg zwaar en hebben we weleens een sigaretje gerookt, maar daarna werden we kalmer en waren we uiteindelijk drugsvrij.’
Sandra ken ik nu bijna drie jaar en ze deed altijd mee aan de verschillende activiteiten. Vooral het voetbal is haar passie en ze heeft dan ook geen training en wedstrijd gemist. De voorwaarden om te mogen deelnemen, goed gedrag in het tehuis en het volgen van de lessen, was voor haar geen enkel probleem. Ze ontwikkelde zich zelfs als voortrekster van het meidenteam en heeft als aanvoerster het goede voorbeeld gegeven.
Afgelopen februari heeft ze haar diploma van de middelbare school gehaald, terwijl ze ook nog een cursus kinderpedagogie heeft gevolgd.
Inmiddels woont ze in de semi-opvang Casa de Egreso, voordat ze de stap naar de maatschappij zal moeten maken.
‘Op het moment werk ik drie dagen in de week mee aan een onderzoek over de gezondheid van straatkinderen, maar dit project duurt slechts drie maanden. Ik weet niet wanneer er nieuwe projecten zullen starten, dus ik richt me nu op een studie als verpleegster.’
De studie duurt anderhalf jaar en is erg prijzig. Ze geeft aan dat de oud-directrice van centro Acogida, Marcela Zuluaga, contact heeft gelegd met iemand die eventueel bereidt is het eerste semester te betalen en ze heeft goede hoop dat ze uiteindelijk de studie zal kunnen afmaken.
‘Het is een droom van me om in de toekomst als verpleegster te kunnen werken...’
Deze meid verdient het.
Noot:
Gelukkig gaat het met haar vriend Juan Carlos Feria ook erg goed. Hij zit in semi-opvang van de jongens en werkt momenteel als opvoeder in een tehuis voor straatkinderen. Als hij niet werkt helpt hij me tijdens de voetbaltraining met het voetbalteam tot en met 12 jaar, geformeerd uit verschillende tehuizen met deze kwetsbare kinderen. Hij heeft ook drie jaar in het project gezeten en is nu bewust bezig met zijn toekomst.
Sandra Milena Muñoz is inmiddels 18 jaar en het gaat op het moment erg goed met haar en dat terwijl ze al heel veel heeft meegemaakt.
'Ik kom uit het dorp Carmen de Viboral, op zo’n 1,5 uur rijden van Medellín, maar op mijn tiende ben ik het huis uitgevlucht. Mijn broer was net vermoord vanwege een wraakactie op mijn oom en tante. Zij handelden in drugs en konden hun schulden niet afbetalen, waarop ze naar Medellìn vluchtten. De moordernaars van mijn broer bedreigden ons en ik was bang dat ze mij hetzelfde zouden aandoen. Hierop ben ik in mijn eentje naar Medellín gegaan.’
Daar heeft ze bij dezelfde oom en tante onderdak gezocht, maar al snel bleek dat ze haar laboraal wilden exploteren. Ze moest als straatverkoopster werken en uiteindelijk begonnen ze haar ook fysiek en verbaal te mishandelen.
‘Op dat moment was ik bang om op straat te leven, maar toen ik een keer ’s morgens het vuilnis moest buitenzetten ben ik er hardlopend vandoor gegaan.’
Op straat werd ze na enkele dagen door de kinderpolitie meegenomen naar een noodopvang, waar ze slechts drie weken verbleef.
‘Ik voelde me daar opgesloten en doordat ik ook al wat vrienden op straat had leren kennen ben ik weer gevlucht en heb ze opgezocht.’
Bij haar ‘vrienden’ leerde ze drugs gebruiken. Eerst was het ‘sacol’ (lijmsnuiven), maar ook heeft ze veel marihuana gerookt, pillen geslikt en ‘perico’ (een zeer gevaarlijk afvalproduct van cocaïne) gebruikt. Een periode van vier tot vijf jaar heeft ze gezworven van de ene plek naar de andere. Soms sliep ze op straat, soms in een hotel en soms in het opvangcentrum ‘Acogida’.
‘Met vrienden gingen we vaak stelen. Zij hielden een mes tegen de keel en ik ontdeed ze van hun portemonnee, horloge en andere waardevolle spullen. Hiervan konden we het hotel en de drugs betalen.’
Haar beste vriend, Juan Carlos Feria, en zij beleefden een beangstigend moment toen ze samen in een hotelkamer drugs gebruikten.
‘Op een moment begon Juan Carlos te trillen en kwam er bloed uit zijn neus. Hij huilde erg veel en later realiseerden we ons dat hij bijna een overdosis had genomen. De volgende dag hadden we afgesproken ons aan te melden bij Acogida en geen drugs meer te gebruiken. De eerste twee maanden was het heel erg zwaar en hebben we weleens een sigaretje gerookt, maar daarna werden we kalmer en waren we uiteindelijk drugsvrij.’
Sandra ken ik nu bijna drie jaar en ze deed altijd mee aan de verschillende activiteiten. Vooral het voetbal is haar passie en ze heeft dan ook geen training en wedstrijd gemist. De voorwaarden om te mogen deelnemen, goed gedrag in het tehuis en het volgen van de lessen, was voor haar geen enkel probleem. Ze ontwikkelde zich zelfs als voortrekster van het meidenteam en heeft als aanvoerster het goede voorbeeld gegeven.
Afgelopen februari heeft ze haar diploma van de middelbare school gehaald, terwijl ze ook nog een cursus kinderpedagogie heeft gevolgd.
Inmiddels woont ze in de semi-opvang Casa de Egreso, voordat ze de stap naar de maatschappij zal moeten maken.
‘Op het moment werk ik drie dagen in de week mee aan een onderzoek over de gezondheid van straatkinderen, maar dit project duurt slechts drie maanden. Ik weet niet wanneer er nieuwe projecten zullen starten, dus ik richt me nu op een studie als verpleegster.’
De studie duurt anderhalf jaar en is erg prijzig. Ze geeft aan dat de oud-directrice van centro Acogida, Marcela Zuluaga, contact heeft gelegd met iemand die eventueel bereidt is het eerste semester te betalen en ze heeft goede hoop dat ze uiteindelijk de studie zal kunnen afmaken.
‘Het is een droom van me om in de toekomst als verpleegster te kunnen werken...’
Deze meid verdient het.
Noot:
Gelukkig gaat het met haar vriend Juan Carlos Feria ook erg goed. Hij zit in semi-opvang van de jongens en werkt momenteel als opvoeder in een tehuis voor straatkinderen. Als hij niet werkt helpt hij me tijdens de voetbaltraining met het voetbalteam tot en met 12 jaar, geformeerd uit verschillende tehuizen met deze kwetsbare kinderen. Hij heeft ook drie jaar in het project gezeten en is nu bewust bezig met zijn toekomst.